Nattigheid in de bus naar Mwanza
Door: Pietie Visser
Blijf op de hoogte en volg Pietie
12 Januari 2015 | Tanzania, Mto wa Mbu
‘Hello’, zeg ik. Het meisje begint te huilen en drukt haar gezicht tegen haar moeder aan. Ik probeer een praatje te maken in mijn beste Swahili.
Dan wijst de moeder naar mijn gezicht. Ik denk dat ze bedoelt dat het mijn kleur is. Wanneer ik om me heen kijk blijken Bram en ik de enige blanken in dit gezelschap. Dat voelt raar. Ik val dus op door mijn kleur.
Ik kijk een beetje rond in de bus. We zitten als haringen in een ton en zelfs het gangpad staat helemaal vol mensen. Een bonte verzameling kleuren. Jongens met grote rastamutsen, mama’s gewikkeld in prachtige batikdoeken, meisjes in prinsessenjurken met heel veel roesjes.
Ik kijk voorzichtig naast mij. Het meisje is in slaap gevallen. De bus hobbelt verder over de onverharde weg. De reis naar Mwanza duurt negen uur. Ik probeer te lezen, maar door het gehobbel van de bus dansen de letters over de bladzijden. Daarna pak ik mijn zwarte boekje waarin ik mijn aantekeningen maak, teken en plannen opschrijf. Er liggen stapels van dat soort boekjes in mijn pakhuis.
Opeens hangt er een mobile telefoon op ooghoogte. Ik lees de tekst die op de display staat. ‘Will you be my freind?’ Ik volg de hand en arm en kom uit bij een gezicht van een jong meisje. Ik knik en typ mijn telefoonnummer in. Ze lacht gelukkig terug. De vrouw naast Bram, spreekt gebroken Engels tegen hem terwijl ze haar nepvlechten uit haar haar aan het halen is. Het is een vreemd gezicht, eerst heeft ze lang haar om haar hoofd gewonden in allerlei vlechtjes. Na de sessie heeft ze een soort kort krullerig spriethaar. Dat zie ik nog net, voordat het onder een grote hoofddoek verdwijnt.
Het is warm in de bus. Er staat gelukkig een raampje open. Het gordijntje bolt een beetje op. Heerlijk frisse lucht, denk ik. Zo meteen in Mwanza ga ik een warme douche nemen en mijn haar wassen. Ik droom al van een heerlijk bed. Daarna ga ik al mijn kleren wassen, want er zit overal zand in. Ik probeer de geuren in de bus, van ongewassen sokken, kinderkots, en bedorven vis om te bouwen tot de geuren van shampoo, zeep, en wasmiddel. Dan voel ik heel langzaam de buitenzijde van mijn rechterbovenbeen nat worden. Het slapende meisje naast mij heeft in haar broek geplast. Ik kijk op mijn telefoon. Nog zes uur en drie kwartier te gaan.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley